U kent ze wel uit uw naaste omgeving. Ouders, Ooms, Tantes in de wat hogere leeftijdsgroep, zeg zo boven de 80. Inderdaad, de groep die de tweede wereldoorlog nog net heeft meegemaakt en -waarschijnlijk bewuster- de periode van de wederopbouw in de jaren 1945 tot ongeveer 1965.
Ga met iemand uit deze groep in gesprek en u zult horen hoe anders de wereld in die tijd was. Nu heeft iedereen wel iets dat de vervelende zaken uit het verleden in een hoekje van het geheugen worden opgeborgen en onder het stof verdwijnen, en dat de prettiger herinneringen gekoesterd worden. Het beeld van deze senioren is dus onmiskenbaar gekleurd en dat mag. Het verandert namelijk niet veel aan het feit dat er bij vrijwel iedereen hetzelfde beeld naar voren komt, namelijk dat van een samenhorige maatschappij waar men met elkaar de klus van het opbouwen moest zien te klaren.
Het was een wereld waar de verschillen tussen de mensen natuurlijk onmiskenbaar aanwezig waren maar waar de verschillen beheersbaar beleven zonder tot een verkrampte tweedeling te leiden. In het dorp waarin ik ben opgegroeid waren eigenlijk twee dorpskernen. De ene lag aan de Noordzee. De bewoners hingen sterk verschillende stromingen binnen het protestantse geloof aan en men leefde vooral van visserij en toerisme. De andere dorpskern lag meer landinwaarts en was overwegend katholiek. Deze groep verdiende het dagelijks brood vooral met tuinbouw. Enige vermenging van geloven was er wel en beide kernen hadden dan ook een protestantse bakker en een katholieke bakker. En was de protestantse bakker op vakantie dan ging je naar de protestantse bakker in het andere dorp want katholieke kadetjes op tafel..Tja, dat deed je gewoon niet... Maar dat de volgelingen van protestants brood een vete uit gingen vechten met de liefhebbers van katholiek brood was ondenkbaar.
Op een landelijk niveau was de situatie ook overzichtelijk. Er waren een aantal groeperingen, meestal zuilen genoemd, die voor een indeling zorgden. De niet-kerkelijke arbeider stemde PVDA en luisterde naar de VARA op de radio. De katholiek stemde KVP en luisterde naar de KRO. De protestant stemde AR of CHU en luisterde naar de NCRV. Inderdaad, een overzichtelijk landschap.
In de loop van de jaren zestig veranderde het landschap. De zuilen werden minder zichtbaar, de echte arbeider verdween min of meer, de kerken kregen minder leden en groeiden naar elkaar toe en fuseerden hier en daar zelfs. De scheidslijn leken verdwenen te zijn. Toch bleek dit later schijn. In alle groeperingen waren minderheden overgebleven die eerder de mores van hun groepering gingen benadrukken dan afzwakken.
Er ontstonden sterk "linkse" groeperingen die buiten de het oude rode bolwerk van de PVDA gingen groeien. Gematigde kerken sloten aan alle kanten. Maar de zogenaamde "zware groeperingen" groeiden als kool. Mensen die geld hadden konden dat geld door de extreem gestegen huizenprijzen en aandelenkoersen eind van de 20e eeuw sterk vermenigvuldigen. Degene die dit geld niet had kon hier niet van profiteren en bleef min of meer gelijk, afgezien van een zekere stijging van de algemene welvaart. We bleven dus groeperingen houden met een vrij sterke mening. Een mening die echter vrij lastig naar buiten te brengen viel omdat de kanalen ervoor ontbraken. De omroepen van de zuilen waren naar elkaar toegegroeid. De kranten waren lang niet meer zo verzuild als vroeger. Wie een mening wilde verkondigen kon dat eigenlijk alleen in de eigen kring, waarbij deze mening aan de al heersende werd toegevoegd wat uiteraard een versterkende werking had.
Maar daar kwam verandering in. In de jaren negentig kreeg de personal computer een plekje in iedere woning en zagen we mensen met een mobiele telefoon met een kleine antenne er aan door het straatbeeld gaan lopen. En dat groeide door. Men leerde de apparatuur gebruiken en er kwamen mogelijkheden om te communiceren. Eerst nog beperkt en in kleine kring maar met software als MSN, Hyves, Myspace en andere inmiddels uitgestorven producten werden de groepen die bereikt konden worden groter en groeiden over het gehele land.
En toen kwamen de internationale social media daar boven op. Met Twitter kon iedereen die dat wilde zijn mening in 140 tekens samenvatten en de wereld in sturen. Vooral politici waren (en zijn) er gek op. En daar kon je op reageren waar je dan zelf weer een reactie op kon krijgen. Facebook voegde daar nog het nodige aan toe. Je kon eigenlijk aan de wereld laten zien wat je wilde.
Maar nu kregen ook alle meningen een uitlaatklep. Men begon de eigen groep omhoog te krikken en vooral andere groepen aan te vallen. Vaak "met gestrekt been er in", zoals het vaak wordt genoemd. Inmiddels is vrijwel elk verschil van mening, hoe onbenullig soms ook, reden om alle registers open te trekken en "vol op het orgel" te gaan zoals de vroegere minister Ab Klink dat noemde. Ongezouten meningen trekken nog ongezoutere meningen aan. En de kloven begonnen te groeien en te groeien...Laten we eens een lijstje met kloven heel globaal bekijken.
We zagen de rijken pronken met hun bezit en niets-bezittende klasse die zich daaraan ergerde
Jongeren gingen zich afzetten tegen ouderen en omgekeerd, waarbij beiden vonden dat de andere groep het veel beter had (of in elk geval had gehad).
In een omgeving waar de sociale lasten steeds verder op gaan lopen kun je er op wachten dat er groepen zich af gaan zetten tegen de "bankzitter", de werkloze met een uitkering. Of deze werkloze zelf voor zijn situatie heeft gekozen of integendeel alle moeite doet om er aan te ontkomen is meestal niet belangrijk om van dit stempel af te komen. Het is een typisch voorbeeld van een afnemende solidariteit die je in meer van de hier genoemde punten tegenkomt
Mensen met hoge opleidingen, wel gewend om zich verbaal en schriftelijk goed uit te drukken krijgen de volle laag van de minder opgeleide groepen die echter wel hun mening in een Facebookpost of Twittertweet weer konden geven.
Politiek en media hadden eind 20e eeuw elkaar gevonden in een soort wederzijdse afhankelijkheid. De rol van die media nam echter gestaag af waardoor deze steeds meer tegen de politiek aan ging schurken uit een soort vorm van lijfsbehoud. Zij die niet tot deze groep behoorden zouden er ook nooit toe gaan behoren. De kloof van de elite versus "het volk" was geboren.
De kerkelijke gemeenschappen waren kleiner maar extremer geworden en zijn van mening dat nieuwe geloven, ook al gedragen die zich soms ook extreem, opgenomen moeten worden als geloofsgenoten. De niet-gelovige zien meestal weinig voordelen in nieuwe geloven met soms zeer middeleeuwsse denkbeelden. En de kloof tussen de gelovende en de niet gelovende mens was geboren.
Media als tv, krant en dergelijke kregen moeite om het hoofd boven water te houden. kijkcijfers en oplagecijfers werden belangrijk en alles werd daaraan ondergeschikt gemaakt. Kleine nieuwsfeiten werden opgeblazen tot wereldproblemen. Was het verhaal niet mooi genoeg voor hoge kijkcijfers dan werd het wel wat fraaier gemaakt. Inmiddels worden we overspoeld met "nieuws", "nepnieuws", "fakenieuws", "gemanipuleerde waarheden", "flexibele feiten" en hoe deze al dan niet verkapte leugens genoemd mogen worden. Maar niemand weet nog wat echt is en wat als een vorm van propaganda gelezen moet worden. Propaganda niet bedoeld om zelf een mening te vormen maar om de mening van een ander over te nemen.
Met name grote bedrijven werden -mede gezien de lage rente- steeds enthousiaster over schaalvergroting en nog meer schaalvergroting. Vaak ten koste van plaatselijke werkgelegenheid die nog verder onder druk kwam te staan door nieuwe werknemer met een migratie-achtergrond. De werknemers die zijn baan en werkgelegenheid hierdoor onder druk zag komen deelde deze vreugde van de werkgevers dan ook in het algemeen niet.
Was de politiek vroeger nog in drie grote groepen te verdelen geweest (werkgevers, werknemers en kerkelijke partijen), nu waren er eigenlijk nog maar twee over de geleidelijk aan als Links en Rechts worden aangeduid, waarbij met name de harde kernen van ultra-rechts en ultra-links elkaar qua aanpak van de problemen nauwelijks iets ontlopen. Iets wat beiden met klem ontkennen, trouwens. Een echt middengebied heeft Nederland niet echt meer. Alle partijen hebben wel een keuze gemaakt waar ze bij ingedeeld willen worden. Door dat verdwijnen van het midden is de kloof tussen links en rechts steeds groter geworden en deze kloof lijkt zich ook nog eerder te verbreden dan smaller te worden.
Natuurlijk zijn er groeperingen die hier iets aan willen doen. Maar er zijn ook allerlei belangen gegroeid, met name in de explosief gegroeide wereld van de bureaucratie. Deze is doorgedrongen in alle hoeken en gaten van de samenleving en weet deze meestal al dan niet bewust maar uiterst doeltreffend af te remmen in de ontwikkeling zo niet volledig lam te leggen. Ook de kloof tussen de oplossingsgerichte personen versus de bureaucratie is daarmee groot geworden.
Het lijkt niet te veel gezegd dat er ruimte is voor vernieuwing. Het overbruggen of nog liever opvullen van een aantal van deze kloven zou al een totaal ander wereldbeeld opleveren
Dit is ons beeld van de verdeelde wereld waarin we de stichting eFiliaaL hebben opgericht. De stichting eFiliaal ziet zichzelf duidelijk zitten op de bodem van de kloof. Of we dan geen mening hebben? Ha!. Wat denkt u. Natuurlijk hebben we meningen. Heel veel zelfs. En die brengen we ook rustig naar buiten. Maar wat die meningen zijn als er zoveel verschil over ontstaat dat er kloven door gaan ontstaan, dan gaat niemand achter die mening komen. Want teveel mening zou de werkzaamheden van stichting eFiliaal alleen maar bemoeilijken. En daar zit niemand op de wachten.